Waarderen van de kleinere KMO bij verkoop

Studie van de cijfers en kennis van de onderneming zijn noodzakelijk

Boekhoudkundige cijfers weerspiegelen zelden de bedrijfsrealiteit. Heeft niets met kwade wil te maken, maar veelal met fiscale optimalisatie van het totale patrimonium van de eigenaar. De koper wil het bedrijf echter kopen in going concern, instapklaar en los van het patrimonium van de eigenaar. Dit wil zeggen dat de koper voor de eerste jaren na de overname minstens het vooruitzicht moet hebben op minimaal dezelfde winstgeneratie met bijhorende marktconforme vergoeding voor de zaakvoerder en alle andere relevante kosten om de vennootschap draaiende te houden.

Dergelijke analyse vergt niet alleen financiële kennis, maar ook kennis van ondernemen in een bepaalde sector. Een bedrijf overnemen of verkopen is voor de meesten geen alledaagse activiteit. Doe uw huiswerk dus grondig en laat u zo nodig begeleiden om de echte operationele waarde van het bedrijf te ontsluiten. Zo kunnen persoonlijke beslissingen zoals versnelde afschrijvingen, te hoge managementvergoedingen, te grote bedrijfswagens, overbodig vastgoed, het niet activeren van softwareontwikkelingen de bedrijfswinst onnodig drukken. Het omgekeerde, de bedrijfswinst is onrechtmatig hoog, kan natuurlijk ook, zoals de managementvergoeding die te laag is in vergelijking met de omvang van de onderneming, of er is te weinig personeel, of de noodzakelijke vervangingsinvesteringen werden de laatste jaren voor verkoop op een laag pitje gezet. Het zijn maar enkele van de vele voorbeelden die een impact kunnen hebben op de waarde van een bedrijf. Dikwijls zitten de activiteiten van de vennootschap ook nog eens verdeeld over meerdere vennootschappen. De zaak moet dus geconsolideerd bekeken worden.

Ook de timing van verkoop is belangrijk. Als een machinebouwer in het vorige boekjaar een nieuwe machine ontwikkeld heeft, maar de verkoop ervan nog niet heeft kunnen opstarten, dan zal dat boekjaar een lagere brutomarge vertonen en minder bedrijfswinst. In die optiek wacht de eigenaar beter nog een jaartje met de verkoop van zijn zaak tot de verkoop van die nieuwe machines begint te renderen.

Op zoek naar de realiteit achter de boekhoudkundige cijfers
De waarde van een vennootschap wordt in grote mate bepaald door de realiteit achter de boekhoudkundige cijfers. Deze aan de realiteit aangepaste cijfers vormen met andere woorden de basis voor de waardering van de aandelen van de vennootschap. Waarderen van bedrijven is een discipline op zich waar reeds veel boeken over geschreven zijn. Echter, het waarderen van een typische KMO beperkt zich meestal tot een drietal methodieken: de rendementsmethode op basis van multipels op de EBITDA of EBIT, de methode van het gecorrigeerd netto actief en de financierbaarheid van het overnamebedrag. Ieder methode in detail beschrijven zou ons te ver leiden. Toch is het nuttig om per methode enkele aandachtspunten mee te geven.

12 keer de EBITDA is niet op ieder bedrijf van toepassing
Bij de waarderingsmethode op basis van multipels, komen de gehanteerde multipels eigenlijk uit studies van vergelijkbare transacties of verkopen. Een veel gemaakte fout is dat voor de waardering van een Belgische transactie, te snel naar internationale tabellen wordt gegrepen en de waarden zondermeer worden overgenomen. Het is niet omdat een Amerikaans beurgenoteerde softwaregroep 12 keer de EBITDA betaalt voor een Engels softwarebedrijf dat dit ook van toepassing is op een Vlaamse softwareonderneming met enkel klanten in pakweg België . Voor lokale transacties gebruik je dus best lokale studies van bijvoorbeeld de Vlerick Business School die ieder jaar naar aanleiding van hun buy-out academie zo’n barometer uitbrengen.

Een andere interessante waarderingsoefening om te doen, is deze van het gecorrigeerd netto actief. Voor ondernemingen met afgeschreven gebouwen en andere waardevolle activa op de balans zoals bijvoorbeeld transport, wegenbouw of bouw gerelateerde ondernemingen, kan het nuttig zijn het eigen vermogen te herrekenen op basis van de huidige marktwaarden van de activa op de balans, ook als dit zou impliceren dat deze lager ligt dan de boekwaarde. Belangrijk bij deze oefening is dat ook de latente fiscaliteit in rekening wordt gebracht.

Kijk ook naar de vrije cashflow van de over te nemen vennootschap
En, last but not least, is er de toets van de financierbaarheid van het overnamebedrag. Het heeft immers weinig zin om voor een kleine KMO een waardering naar voor de te schuiven die door de overnemer niet gefinancierd kan worden omdat de vrije cash flow van de te kopen vennootschap ondermaats is. De beschikbare financiële middelen zijn voor iedere koper verschillend. Maar om behapbaar te zijn voor een management buy-in kandidaat, is het overnamebedrag idealiter financierbaar met een lening op 7 jaar en pakweg 30% eigen middelen.

Lieven Stas
Overnamepartners.be

 

Lees ook: Tips-en-advies op Overnamemarkt.be